Winnend journalist Maaike Borst: ‘Regionale kranten zijn belangrijker geworden.’

‘Regionale kranten zijn de laatste jaren belangrijker geworden doordat zij meer werk maken van onderzoeksjournalistiek. Wij agenderen meer.’ Dat zei Maaike Borst op 20 maart in Nieuwspoort, nadat zij de Saskia Stuivelingprijs had ontvangen van Thom de Graaf, de vicepresident van de Raad van State.

Data over digitale kliks op nieuwspagina’s zijn voor kranten behulpzaam om te weten hoe goed zij erin slagen de lezer te bereiken. Daarover waren de twee regionale journalisten die dit jaar gelauwerd werden, het eens. Dat was, naast Maaike Borst van het Dagblad van het Noorden, ook Lucas van Houtert van het Eindhovens Dagblad. Van Houtert had van de jury een eervolle vermelding gekregen voor de serie van zijn krant over de groeisport van de regio Eindhoven.


Lees hier het persbericht over de uitslag van de prijs over 2023, het volledige juryrapport en de toespraak van de vicepresident van de Raad van Staten, Thom de Graaf.


Ook de winnaar van de Anne Vondelingprijs, Kustaw Bessems, gaf die middag zijn visie op de rol van data in de krantenwereld. Bessems was jarenlang chef Digitaal van de Volkskrant. Hij zei dat het zoeken naar kliks het journalistieke vak kan perverteren. Hij ziet het als de taak van de journalist om evenwicht te vinden tussen het benutten van het digitale inzicht in de lezersvoorkeuren en de journalistieke verantwoordelijkheden.

Rechtsstaat

Bessems heeft zijn prijs onder meer gekregen voor de podcast Stuurloos, die hij nu uitwerkt tot een boek. Het stuurloze handelen van de overheid wordt veroorzaakt doordat die veel te weinig vooruitkijkt, meende hij.

Ook riep hij de journalistiek op om zich zorgvuldig te verhouden tot de rechtsstaat en afwijkingen daarvan duidelijk te benoemen. ‘We moeten niet alleen concrete maatregelen signaleren die in strijd kunnen zijn met de rechtsstaat. Want het normaliseren van het gesprek over de rechtsstaat, is al een uitholling op zich. Wanneer iemand beweert dat hij zich aan de rechtsstaat houdt wanneer een besluit met één stem meerderheid is genomen, is dat juist niet wat de rechtsstaat beoogt te zijn.’

Richel

Ook de laudator tijdens de prijsuitreiking, Thom de Graaf, de vicepresident van de Raad van State, haakte in op de kabinetsformatie. Tegen de aanwezige journalisten zei hij: “Inmiddels ben u ook officieel een onafhankelijke institutie die van groot belang is voor de rechtsstaat en die beschermd en versterkt moet worden. De vier onderhandelende partijen hebben dat vastgelegd in het verslag van informateur Plasterk van begin vorige maand. Dat lijkt mij toch een promotie uit de ‘richel’.” Daarmee verwees hij naar PVV-leider Wilders die journalisten (‘behoudens enkele uitzonderingen’) heeft gekwalificeerd als ‘tuig van de richel’.

Maaike Borst zei dat het winnen van de Saskia Stuivelingprijs haar nieuwe energie had gegeven. Die was aan het wegvloeien doordat zij al lang met Ter Apel bezig is en steeds hetzelfde verhaal moest opschrijven over een gemeente die alsmaar niet door de regering en andere gemeenten werd geholpen. ‘Het werd taai en dan is zo’n prijs een mooie opsteker.’

Groeien

Lucas van Houtert zei dat zijn krant aan de bekroonde serie was begonnen omdat de hoofdredactie zag dat de regio Eindhoven haar snelle groei nauwelijks kan accommoderen. ‘Wij wilden de lezers laten zien: dit is iets wat op u afkomt.’ Van Houtert: ‘Het gaat daarbij niet om afkeer van de groei van het aantal buitenlandse werknemers. Er zit iets veel groters achter, namelijk de kloof die er ontstaat tussen die internationals met hun zeer hoge inkomens en de andere mensen die daar heel ver vanaf staan. Er is in de regio geen debat geweest over de vraag hoe ver we willen groeien.’

Volgens vicepresident De Graaf is een van de bedreigingen van de klassieke journalistiek ‘de steeds vloeiender overgang tussen feiten, analyse en opinie, in de hand gewerkt door talkshows en ook podcasts. Hoe scheid je een en ander? In dit kader vraag ik mij weleens af hoe verstandig het is dat talkshows bevolkt worden door politieke journalisten die steeds meer niet alleen ‘duider’ zijn (een interessant fenomeen op zich) maar ook onderdeel van het entertainment dat op de late avond moet worden verzorgd. De parlementaire pers voor de gezelligheid en voor de goede grappen…’

Hij haalde het recente boek Wantrouwen in de wandelgangen, aan waarin Jan Tromp, voormalig Volkskrantredacteur, en Coen van der Ven van de Groene Amsterdammer beschrijven dat in de jaren zeventig de band tussen pers en politici veel nauwer was dan nu. ‘Zou wellicht meer persoonlijke communicatie van politicus en journalist zonder spinners juist kunnen helpen om het papagaaiencircuit waar de recente enquêtecommissie van spreekt, te beperken? Of is dat vandaag de dag volstrekt onrealistisch omdat het nu eenmaal allesoverheersend is?’