Juryrapport prijs 2012

Juryvoorzitter was Thom de Graaf

De jury van de Stichting Anne Vondelingprijs kent ieder jaar een prijs toe aan een journalist die zich heeft onderscheiden op het terrein van de politieke journalistiek. Dit jaar gebeurt dat alweer voor de 32ste keer. Bijzondere aandacht besteedt de jury daarbij aan de kritische visie van de journalist op de politiek en aan het vermogen om op heldere wijze politieke vraagstukken toegankelijk te maken. Bij haar oordeel besteedt de jury bovendien aandacht aan goed taalgebruik.

Tot voor enkele jaren was de prijs bestemd voor de schrijvende journalistiek in dag- en weekbladen. Daarna werden ook de internetjourmalistiek en de makers van televisie- of radioprogramma’s bij deselectie en beoordeling betrokken. Vorig jaar heeft de jury voor de eerste keer een televisiejournalist gelauwerd. Aan Ferry Mingelen werd – met een vooruitziende blik van de jury kunnen we nu achteraf rustig stellen – een oeuvreprijs toegekend.

Dit jaar is de keuze gevallen op een journalist van de schrijvende pers. De jury beschikte over een groot aantal inzendingen van hoge kwaliteit. Deze constatering is mooi en bemoedigend voor de Anne Vondelingprijs en comfortabel voor de jury. Maar bovenal is deze constatering belangrijk voor de Nederlandse journalistiek. Mochten de inzendingen voor de Anne Vondelingprijs een graadmeter zijn voor de kwaliteit van de vaderlandse politieke journalistiek, dan is er reden tot vreugde. Bij gelegenheid van deze prijsuitreiking is het goed stil te staan bij de professionaliteit en de gedrevenheid van Nederlandse journalisten die een continue stroom van hoogwaardige artikelen en uitzendingen leveren.

De Anne Vondelingprijs over 2012 is dit jaar toegekend aan NRC-correspondent te Brussel Carolinede Gruyter. De concurrentie was, zoals gezegd, dit jaar erg groot en toch kostte het de jury weinig moeite om unaniem en met groot genoegen te beslissen haar de prijs toe te kennen. De prijs wordt toegekend voor de artikelen die zij over Europa voor NRG Handelsblad heeft gepubliceerd, in het bijzonder voor het artikel Eindspel om Griekenland, dat op 6 oktober 2012 verscheen.

In Eindspel om Griekenland toont De Gruyter haar talent om de ingewikkelde materie over de eurozone zeer toegankelijk, goed gedocumenteerd en voortreffelijk geschreven te presenteren. Haaranalyses zijn scherp, zij is goed geïnformeerd, gaat zorgvuldig te werk en zij heeft bovendien een vooruitziende blik. Daarmee is dit artikel gewoon een fraai voorbeeld van precies dat excellente vakwerk, waarvoor de Anne Vondelingprijs ooit is opgericht.

Caroline de Gruyter neemt je als het ware mee het schaakbord van de eurozone op, waarbij ieder stuk op het bord, of het nu een politicus of een topambtenaar is, zijn rol speelt. Zij verzamelt en rangschikt feiten, meningen, ontwikkelingen en veronderstellingen en laat daar haar beoordelingsvermogen oplos. Wat er vervolgens uit haar pen rolt is een gelaagd artikel, waarin aanmerkelijk meer staat dan water is gebeurd of nog staat te gebeuren.

Haar verhalen gaan over achterliggende motieven, over krachtsverhoudingen, over politieke inschattingen, persoonlijke belangen en soms ook over irrationeel menselijk gedrag. Ze getuigen van degelijk onderzoek, groot inzicht en lef om het verzamelde bronnenmateriaal om te smeden tot een heldere en scherpe analyse van wat er gaande is of lijkt te zijn. En dat alles in goed opgebouwd, zorgvuldig Nederlands, wat Anne Vondeling met genoegen zou hebben gelezen.

Wat is de methode De Gruyter die in veel van haar stukken zorgt voor een unieke mengeling van de grote lijn en het ogenschijnlijke detail? Haar informatie komt niet alleen uit de talloze bij voorkeur nachtelijke persconferenties en ook niet alleen uit de strikt vertrouwelijke stukken waarover goed ingevoerde journalisten in Brussel altijd in de kortste keren weten te beschikken. Caroline de Gruyter voegt daar eigen waarnemingen aan toe. Zij weet altijd iets meer, iets anders dan de anderen. Dat komt, zo heeft de jury zich laten vertellen, omdat ze altijd, permanent en structureel, in gesprek is, aan de telefoon, in de wandelgang, in het voorbijgaan. Tijdens Europese toppen is er in die deprimerende perszaal altijd een plek tussen de honderden journalisten voor haar gereserveerd, maar het schijnt dat zij daar nooit zit, want zij wandelt rond om te praten. Met de Brit, de Spanjaard, de Fransman, de Cyprioot, de Duitser, ja zelfs met de Nederlander. Haar collega’s schijnen zich af te vragen waar ze überhaupt de tijd vandaan haalt om op te schrijven wat ze allemaal heeft gehoord.

De Gruyter trapt daarbij niet in de valkuil van wilde speculaties die elke grond missen. Hoewel zij uit de aard van haar verslaggeving vaak een beroep doet op bronnen waarvan zij de identiteit afschermt, ontstaat nooit de suggestie dat haar verhaal slechts op boude beweringen is gebaseerd. De ommezwaai van de Duitse bondskanselier over Griekenland maakte ze plausibel en daarmee geloofwaardig. Zij weet welke kant de ontwikkelingen opgaan: haar achtergrondverhalen zijn niet alleen nieuwsanalyse, maar vaak ook richting wijzer.

Om het wezen van de Europese politieke cultuur te doorgronden investeert De Gruyter in goede contacten, waardoor zij zeldzaam goed geïnformeerd rondloopt in de wereld van ambtenaren, diplomaten, parlementariërs en andere Eurocraten. Haar bronnen strekken zich uit tot alle uithoeken van Europa. Zij weet de weg te vinden naar economen en bankiers, lobbyisten en ambtenaren, naar informanten uit menig Europees land. Brussel is een biotoop waarin zij zich thuis voelt, met al die nationaliteiten. Het boek over het bijzondere leven van expats dat zij zeven jaar geleden schreef, was, zo begrijpt de jury, voor een deel haar eigen verhaal, gespiegeld aan dat van anderen.

Het was de tweede keer dat Caroline de Gruyter in Brussel verkeerde. Eerder had zij daar al tussen 1999 en 2004 als correspondent gezeten. In 2008 kwam zij terug, net in de tijd dat milieu bij uitstek het thema van Europa was, met ambitieuze vergezichten en slagzinnen als twintig-twintig-twintig. Maar het politiek brisante milieu-thema was al in handen van de zittende correspondent die suggereerde dat zij zich dan maar met wat economie zou bezig houden. De rest is geschiedenis: enkele maanden later brak de kredietcrisis uit, niet lang daarna gevolgd door de eurocrisis. Caroline de Gruyter was bijna dagelijks met stukken in de krant aanwezig, van milieu werd weinig meer vernomen..

Kenners hebben de jury verteld datje in Brussel als journalist gevoel moet hebben voor het politieke stratenpatroon, dat geldt overigens in het Haagse evenzeer. Caroline de Gruyter kent de plattegrond en weet blindelings de weg. Niet alleen de hoofdwegen, maar vooral ook de zijwegen, de omwegen, de vluchtroutes, de dead-end streets en de vele bruggen. En natuurlijk waar je moet zijn voor de informatieve lunches; zij schreef zelf over de Brusselse lunchcultuur en hoe die veranderde toen de restaurants plaats maakten voor take away corners voor steeds haastiger ambtenaren. Overigens kunnen we aan de doorkijkjes van De Gruyter en de vele inside informatie in haar stukken afleiden dat die lunchcultuur nog steeds bestaat, en ontbijt- en dinerculturen evenzeer.

Journalisten als Caroline de Gruyter zijn onmisbaar voor al degenen die de Europese politiek willen en moeten doorgronden. Betrouwbare, informatieve en gezaghebbende verslaggeving en onderzoeksjournalistiek over de Europese Unie zijn nog nooit zo noodzakelijk geweest als nu. Daarom is het een uitgelezen moment om Caroline de Gruyter te eren. En het is ook onze laatste kans, omdat zij Brussel gaat verlaten. Wenen wordt haar nieuwe standplaats. Eerder ging zij van Brussel naar Geneve en die brave diplomatenstad ging daarna zowaar leven voor de lezers van haar krant. Wenen wacht ongetwijfeld dezelfde toekomst. Bovendien kan zij daar Europa op wat grotere afstand beschouwen in een wekelijkse column die zij, als ik het goed begrepen heb, voor haar krant zal schrijven. De jury vindt het dan ook een mooi moment om dit moment in haar carrière te markeren. Na het Gouden Pennetje in 1992 voor haar reportages van de oorlog in voormalig Joegoslavië en denominatie voor de M.J. Brusseprijs voor haar boek ‘De Europeanen’, komt Caroline de Gruyter met recht de Anne Vondelingprijs 2012 toe!

De jury maakt traditiegetrouw graag van de gelegenheid gebruik om hoofdredacteuren, voorlichters, mediawatchers, lezers, kijkers en luisteraars, politici en anderen op te roepen ook volgend jaar weer journalisten te nomineren. Zij kunnen ook zichzelf onder onze aandacht brengen. En wie zou er niet inde voetsporen van Vondelingprijswinnaars als Caroline de Gruyter willen treden?

Met de Anne Vondelingprijs wordt niet alleen een voortreffelijke journalist geëerd, maar ook het grote belang van de politieke journalistiek voor de werking van onze parlementaire democratie onderstreept. Op nationaal en op supranationaal niveau. Politieke journalistiek en parlementaire geschiedschrijving zijn onze voornaamste kennisbronnen van de feitelijke werking van Den Haag en Brussel, de plaatsenwaar democratische mandaten worden omgezet in politieke besluitvorming en wetgeving die ons allemaal raakt. Daar willen we alles van afweten, daar moeten we alles van afweten. Daarom moeten politici journalisten koesteren, al zijn zij vaak hinderlijk nieuwsgierig en daarom moeten politici niet bezuinigen op de chroniqueurs van de naoorlogse democratie in het nationale Centrum voor Parlementaire Geschiedenis. En zeker niet de politieke nazaten van Anne Vondeling.

Den Haag, 26 juni 2013.

De jury van de Anne Vondelingprijs
Thom de Graaf (voorzitter)
Carla van Baaien
Maria Henneman
Johan Remkes
Hilde van Dijk (secretaris).